bloed, zweet, tranen en emoties op 64 velden
door eric, eddy, tom, frank, geert
5 december 2022
nationale interclubs ronde 5
dworp 1 - bosvoorde 2
dworp 2 - caïssa europe mons 2
dworp 3 - saint-ghislain 2
De vijfde en laatste ronde voor het lange winterreces was voor Dworp en al wie de Dworpenaren genegen is, niet zonder belang. Want om in het klassement het voorgeborchte van de hel, de degradatieplaatsen, te ontlopen, moest team 1 in deze ronde zeker een puntje halen. Daarvoor dienden we dan wel beroep te doen op een onuitgegeven, vertimmerde ploeg. Tom en Yentl hadden deze keer andere katten te geselen. Gelukkig was Kjell wel opnieuw van de partij en konden we beroep doen op Walter de onverslijtbare. Hij speelde zijn eerste interclubmatch van het jaar. Een degelijke ploeg zonder meer en zonder franjes. Hamvraag was natuurlijk wat de tegenstander daar tegenover zou stellen.
Voor team 2 gold eigenlijk precies hetzelfde, zij het minder acuut. Elk matchpuntje is meegenomen en ook hier diende teamchef Peter te sleutelen aan zijn ploegopstelling. Het verschil is wel dat onze jongens in vierde afdeling het tegen een topploeg uit deze reeks moesten opnemen. Vooraf waren de verwachtingen dus niet zo heel hoog gespannen.
Ons derde team ten slotte kon ook een goede zaak doen door Saint-Ghislain 2 in de pan te hakken. Maar vooral is voor deze ploeg deelnemen en ervaring opdoen belangrijker dan winnen. Als de Rode Duivels het mogen laten afweten, waarom Dworp dan niet? That’s the question.
Net-niet-syndroom slaat weer toe bij team 1
Gene kattenpis het team waarmee Bosvoorde 2 in Essenbeek kwam opdagen. De reden lag allicht bij hun eerste team waar deze keer op het eerste bord in tweede afdeling een speler van 2442 Elo zat. En dus kregen wij een topteam uit reeks 3 tegen. Maar goed, moed verloren, al verloren dus we legden er ons dwars voor.
Naar goede gewoonte –ik weet het klinkt eentonig- had Serge op bord 1 met wit het eerste gedaan. Deze keer met een mooi resultaat tegen een sterke Bruno Lacroix (Elo 2162). Op het bord kwam een dubbel toren- en loperstelling. Dat is uiterst giftig en loopt doorgaans fataal af voor wie als eerste een klein foutje maakt. Maar dat gebeurde niet, beide kemphanen hielden de zaak in evenwicht. Het eerste halfje is binnen.
Dan was mijn buurman op bord 4 met zwart, Diederik, aan de beurt. Een vreemde opening en een scherpe stelling. Nadat een groot deel van de stukken de doos ingingen, rookten beide spelers uiteindelijk maar de vredespijp. Tot nader order houden we ze in bedwang. 1-1 gelijk.
Het relaas van bord 5 leest u uit eerste hand. Van Frank, met wit. “Tegen Natacha Mabille had ik vijf jaar geleden al eens verloren in de interclub toen zij nog voor Brussels speelde. Ik was dus op revanche belust. In een uiterst complexe gambietvariant van het Italiaans dacht zij op de achtste zet ongeveer een uur na over haar zet. Een zet die nergens in de theorieboeken vermeld staat maar ook door de computer wordt gesuggereerd en zwart meer dan bevredigend spel oplevert. Toch wel knap om dit zomaar achter het bord te vinden. Nadien zag het er voor wit in het middenspel optisch wat beter uit, maar in werkelijkheid werd de remisegrens nergens overschreden en nam ik op het einde mijn toevlucht tot een eeuwig schaak.” 1,5-1,5.
Bleven nog drie partijen over. Ze kunnen niet los van elkaar gezien worden. Ik (Geert) speelde op bord 3 met wit –Hollandse opening. Na een tamelijk wilde partij stelde mijn tegenstander in een onduidelijke stelling remise voor. Dat deed hij met een half oog op de stellingen van Kjell en Walter. Geen van beiden stonden er op dat moment goed voor. Daarom weigerde ik ook.
Kjell op twee met zwart had het inderdaad moeilijk. Maar de hemel klaarde op toen de vriendin van de Bosvoordenaar op 2 –zijnde de tegenstandster van Frank op vijf- klaar was met haar partij en naar bord twee ging kijken. Meteen blunderde hij in een gewonnen stelling. Vrouwen… Kjell liet het kadootje niet liggen en maakte het mooi af. En overigens kon hij op een bepaald moment mat in drie geven in een stelling waarvan hij dacht verloren te staan. We staan zowaar voor: 2,5-1,5.
Al stond Walter met zwart op bord 6 ondertussen nog steeds niet goed, het was voor mij wel de moment om zelf ook remise voor te stellen. Gezien de stand van zaken ging mijn tegenstander er begrijpelijkerwijze niet op in. Gelijk had hij, het was weliswaar een supergecompliceerd eindspel maar hij stond beter.
De dijk brak helaas op bord 6. Walter heeft geknokt als een Vlaamse leeuw en het was –voor zover ik er iets van gezien heb- een typische stelling waarin hij zich goed thuis voelt. Maar stilaan werd de druk steeds groter en in de late uurtjes moest onze man er finaal de brui aan geven. Het staat weer gelijk. 2,5-2,5.
En dus hing het eindresultaat van bord 3 af. Waar ik, zoals gezegd, moeilijk stond. Kan zijn –zeer waarschijnlijk zelfs- dat ik de remise in dit toreneindspel (en voordien toren-loper eindspel) ergens gemist heb. Maar het was hels met een pion minder en een steeds sneller tikkende klok in een complexe stelling. Bovendien kon ik niet op mijn tanden bijten want ik had ze vorige dinsdag laten trekken (vijf stuks). Damned, no future. De boot in en de ploeg verliest. Echt klote. 2,5-3,5.
Dworp 2 veegt leider ei zo na van het bord
De autoritaire leider (viermaal gewonnen) trad tegen ons verzwakt aan. De Rus Avilov, hun derde bord, en zelfs éénmaal hun vierde (!), zat nu op bord 1. Onbegrijpelijk. Daar trof hij Bernard die met wit speelde. Na korte tijd werd remise overeengekomen.
Eddy op bord drie met wit volgde de standaardprocedures van het damegambiet: een pion aanbieden voor enige ontwikkelingsvoorsprong; een beproefde methode. Zwart kon die pion consolideren en ook het tegenspel verhinderen. De partij kantelde door een interessante penning van het zwarte paard op b2. Die aanval leek het hele fort recht te houden maar zwart had dieper gerekend. Hij stapte meteen uit de penning, gaf pardoes zijn dame, won de andere dame en eindigde met materieel overwicht. 0-1 en 0,5-1,5
Eric met zwart op 3 dacht na de partij behoorlijk te hebben gespeeld ondanks hardnekkig verzet van de tegenstander. Het oordeel van de computer: dikke ziever! In werkelijkheid werd hij in opening en vroege middenspel overspeeld. Had wit op de twaalfde zet g4! gedaan dan zag het er wel héél somber uit. Wit speelde het minder scherp maar behield voordeel. Pas toen zwart met de dame op d4 een belangrijke pion won stond er een ongeveer gelijke stelling op het bord, met klein voordeel voor zwart. Dit bleef eigenlijk zo tot het einde van de partij, toen wit ineens een mat in twee toestond op de onderste rij. Terug gelijk 1,5-1,5.
Peter met zwart op het tweede bord verorberde op g4 een pionnetje maar dit was wél vergiftigd en onmiddellijk verloor hij een paard. Eerst tegen twee pionnen, later tegen drie. Na een fout van wit kon hij een niet te stoppen vrijpion creëren met onmiddellijke winst. Helaas hij zag het niet. Op het einde van de partij bleef hij schaak geven met een toren, maar ook nu had het opspelen van een vrijpion (…d2!) eenvoudig gewonnen. Spijtig. 2-2 dus, er had meer in gezeten.
Dworp 3 wast het varkentje net niet
Op papier leek Dworp 3 favoriet tegen Saint-Ghislain. De tegenstander had uit de vier vorige ontmoetingen maar 1 matchpunt kunnen puren. Daar stonden drie ferme nederlagen (1,5 uit 12) tegenover. Dit varkentje zouden we wel wassen, toch? Johan ontbrak wel maar goed.
Niels met wit op bord 1 speelde een vrij korte remise. Mathias stond met zwart op twee erg goed maar een blunder deed hem in het zand bijten.
Mats deed het wél goed tot op het einde –nochtans niet uitgebreid uit geweest zaterdagavond. Hij boekte met wit op bord 3 zijn tweede overwinning in successie in de interclub.
En zo hing alles af van Sander met zwart op het vierde bord. Hij stond wat minder maar Eddy, die de partij in een laat stadium volgde, verzekerde ons dat hij er “aan het doorkomen” was. Toen Sander even later het café betrad, bleek hij alsnog te hebben verloren. Dworp verliest met 1,5- 2,5. Het varkentje werd niet gewassen…
Naspel
Tom was er niet in Essenbeek zondag maar is altijd wel goed om de naakte cijfers op een rijtje te zetten. Vlak voor de winter-wende analyseert hij de stand van zaken voor Dworp 1. “We staan tiende, op Elo zijn we de tweede sterkste ploeg van de reeks. Op bordpunten zouden we negende staan. We hebben de sterkste Elo-tegenstand gekregen: 1956! De Koninklijke Gentse die nu leider is in de reeks heeft de zwakste Elo tegen gehad: 1770. Onze tornooiprestatie is de 4de beste: 1920!, Mons heeft de beste (2036) en rode lantaarn CREB de slapste (1660). Volgende ronde, eind januari, spelen we tegen Europchess. Dat is een onvoorspelbare ploeg die al 15 verschillende spelers heeft opgesteld. Alleen Johannes Bertram heeft alles gespeeld en zat op bord 5, 3, 1, 1 en 2. Hun gemiddelde opstelling was 1837 en dus mogen we tegen Europchess alleen met winst content zijn –wij zijn dik 100 Elo sterker.” Maar voorlopig staan we dus nog op een gedeelde tiende-elfde plaats met slechts twee schamele puntjes.
Dan staat Dworp 2 er heel wat beter voor. Al vijf matchpunten en daarmee staan ze midden in het pak op een zesde plaats. Vier punten achter de twee leiders maar ook drie punten voor de voorlaatste –en daar zitten nog heel wat ploegen tussen. Optimism is a moral duty, hier en daar nog een graantje meepikken moet volstaan voor een verlengd verblijf in vierde. En wie weet valt er links of rechts nog een appel uit de kast.
Dworp 3 speelt een beetje wisselvallig. Goede en minder goede zondagen wisselen elkaar af. Maar al bij al lijkt er toch een stijgende lijn in te zitten. Een keer gewonnen, maar dan wel overtuigend met 4-0 en enkele nipte nederlagen. Het kan ook hier alleen maar beter gaan.
Bij leven en welzijn tot eind januari. En voor nu: viert de eindejaarsfeesten goed, wees braaf en… terugkomen hé!